Steffen Gerlach en Reiner Mantsch zijn het brein achter de start-up EEDEN in Mönchengladbach. Met hun jonge bedrijf streven ze een heel paradijselijk idee na: oud textiel recyclen om vezels weer zo goed als nieuw te maken.

De student Reiner Mantsch bedacht dit innovatieve idee tijdens zijn studie textiel- en kledingtechnologie aan de Niederrhein University of Applied Sciences. Hij wist ook Steffen Gerlach enthousiast te maken voor het concept. Steffen verhuisde naar Mönchengladbach na een studie bedrijfskunde in Hamburg. De stad Mönchengladbach ondersteunt hun innovatieve geest voor de textielindustrie met een starterspakket voor startups.

In welke branche ben jullie actief met jullie start-up EEDEN?
Reiner: Wij zijn actief in de textielindustrie. We werken aan een chemisch recyclingproces waardoor textielafval en gebruikt textiel verwerkt kunnen worden tot nieuwe vezels. Daarbij worden nieuwe vezels geproduceerd met de kwaliteit van katoen. Van het nieuwe materiaal kan dan kleding of ander textiel worden gemaakt.
Steffen: De textielindustrie produceert meer dan 100 miljoen ton nieuwe vezels per jaar en minder dan 1% daarvan wordt behouden in een gesloten cyclus. Een groot deel wordt verbrand zonder verder gebruik. We staan ​​voor de grote uitdaging om de textielindustrie te verduurzamen. Ons recyclingproces kan de waardeketen van textiel weer korter en transparanter maken.

Met welk oud textiel weren jullie?
Reiner: Het is voor ons belangrijk om te experimenteren met een breed scala aan grondstoffen en te kijken welke grondstoffen bijzonder geschikt zijn voor het recyclingproces. Deze grondstoffen komen voor in de hele waardeketen van textiel. Dit geldt ook voor post-consumer textiel zoals oude lakens of T-shirts.

Is de samenstelling van het textiel belangrijk het voor het recyclingproces?
Reiner: De samenstelling is een grote uitdaging. De mix van polyester en katoen domineert de markt en dat maakt recycling moeilijk. Allereerst werken we met materialen die minder lastig te recyclen zijn.
Steffen: Dat is vooral een taak voor innovatieve sorteertechnologie. We hebben bijvoorbeeld  met de Volksverein in Mönchengladbach gesproken. Ze zamelen oud textiel in en hebben het probleem dat ze het textiel niet meer als voorheen kunnen verkopen omdat de kwaltiteit van de materialen steeds slechter worden. In de toekomst zou het voor de Volksverenigingen ook de moeite waard zijn om zich te differentiëren in hun sorteerprocessen. Dus niet alleen om op te letten of een kledingstuk nog draagbaar is, maar ook of textiel gemaakt is van 100% katoen en recyclebaar is.

Welke rol speelt duurzaamheid in de mode-industrie?
Reiner: Het onderwerp recycling en de circulaire economie speelt momenteel een te kleine rol bij de productontwikkeling in de mode-industrie. Als de mode-industrie meer textiel zou produceren dat is gemaakt voor 100% van een textielvezel, zou recycling veel gemakkelijker zijn. Maar dat vereist politiek lobbyen. Verenigingen moeten worden aangepakt en bestaande denkwijzen moeten worden doorbroken. In gesprekken met textielproducenten proberen we de bewustwording van de circulaire economie te vergroten.
Steffen: Aan de andere kant maken bedrijven verwijderingskosten voor hun textielproductieafval. De interesse om textiel door te geven aan bedrijven is er. Daarnaast is er maatschappelijke druk op de textielindustrie om haar productie schoner, eerlijker en duurzamer te maken.

Welke rol speelt de consument hierin?
Reiner: Als het om textiel gaat, is de prijs nog steeds de doorslaggevende factor voor een groot deel van de consumenten. Maar er is een heroverweging. Het klantensegment dat aandacht besteedt aan meer duurzaamheid groeit gestaag. Dat zie je ook terug in de textielindustrie.

Waar willen jullie over 2 jaar zijn?
Steffen: Idealiter sturen we dan het recyclingproces en bouwen we productiecapaciteit op. Van bepaalde materialen willen we in twee jaar tijd grotere hoeveelheden kunnen verwerken. Het doel voor komend jaar is om de financiering van de pilot veilig te stellen.

 Jullie zijn al vrienden sinds school. Een bedrijf starten als vrienden kan zijn? Wat doen jullie om de vriendschap levend te houden?
Steffen: We hebben vanaf het begin openlijk over alles gesproken en hebben tijdens reizen samen al de ervaring opgedaan dat we 24/7 goed met elkaar kunnen opschieten. We weten dat we meningsverschillen objectief en zonder geschil kunnen oplossen.
Reiner: We hebben heel verschillende vaardigheden en leren veel van elkaar. Ik heb veel van Steffen geleerd over economische principes en analyse. Aan de andere kant werk ik graag wetenschappelijk en technisch. Dit werkt heel goed in combinatie.

Hoe beleven jullie Mönchengladbach en de regio?
Reiner: Het werd ons snel duidelijk dat Mönchengladbach de juiste plek was, aangezien ik hier nog studeer, de ondersteuning van de professoren van de Niederrhein University of Applied Sciences goed is en de laboratoria voor ons beschikbaar zijn. We hebben bovendien het starterspakket voor start-ups van de stad Mönchengladbach gewonnen. Dit is een pakket met mobiliteit, wonen en netwerken. Het netwerk in de textielsector is optimaal in en rond Mönchengladbach.Steffen: Interessant is dat ik in het begin vaak door mensen uit Mönchengladbach werd gevraagd waarom ik vrijwillig van Hamburg naar Mönchengladbach verhuis. In de context van ons project heb ik hier alleen maar positieve dingen meegemaakt. Hier zijn veel deuren voor ons geopend en we hebben veel mensen ontmoet die deze regio willen promoten. Van de Stadtsparkasse tot het bureau voor economische ontwikkeling en de Next MG – als oprichters werden we overal heel persoonlijk begeleidt. Deze dynamiek geeft mij het gevoel precies op de goede plek te zijn met ons project

Speelt de nabijheid van de Nederlandse grens een rol voor jullie?
Reiner: Nederland loopt voorop in het recycling van textiel en vele andere innovaties. Op de lange termijn is de nabijheid voor ons een voordeel, want in het Nederlandse deel van de grensregio vinden innovaties op het gebied van textielsortering plaats. We profiteren van het innovatieve potentieel van Nederlandse bedrijven. We hebben al ideeën uitgewisseld met Nederlandse bedrijven.

Wat voor soort medewerkers en stagiaires zoeken jullie?Steffen: Jonge, gemotiveerde chemici zijn zeker interessant voor ons. In principe werken we graag met mensen die zeer gemotiveerd zijn, gestructureerd kunnen werken en meedenken.